15 juni 2017

Tante Neeltje

 

Vandaag viert mijn tante Neeltje haar 93ste verjaardag.
Een mooi moment om haar te bedanken voor wie zij is in mijn leven.

Tante Neeltje is de vrouw van oom Jan, oudere broer van mijn vader.
Dus is ze een aangetrouwde tante. Maar zo voelt het niet.
Zij is mijn lievelingstante en dat zal altijd zo blijven.

Oom Jan overleed in 1985 toen ik 25 jaar oud was.
Dat weet ik nog precies omdat het gebeurde in de week dat ik afscheid nam van mijn eerste baan bij de krant. Hij was net als mijn vader accountant.
Mijn vader verliet Friesland voor de liefde. Oom Jan bleef in Leeuwarden.
Ik ging regelmatig logeren in Leeuwarden.
Tante Neeltje haalde mij op bij het station en we zetten direct koers naar een etablissement voor thee ‘met iets erbij’.
Ze nam mij overal mee naartoe.
Naar het ziekenhuis waar ze als vrijwilligster boeken rond bracht.
Naar het gezin van haar zus in het nabijgelegen Menaldum.
Naar haar vader, door mij Pake genoemd en net zo oprecht, positief en aardig als mijn tante.
Als oom Jan klaar was met zijn werk en wij hadden genoten van de speciaal voor mij aangeschafte Friese nagelkaas en het enige echte Friese suikerbrood maakten wij uitstapjes met de auto.
Dat vond ik heel fijn. Mijn vader nam mij ook overal mee naartoe, maar dat was in één klap afgelopen na zijn abrupte dood in 1970.

Nu ik erover nadenk, is zij de enige stabiele factor in mijn leven

Op alle belangrijke momenten in mijn leven was ze er. En als ze er niet was, dan belde ze of stuurde post. Als ik jarig was, stond ze vaak onverwacht voor de deur. Met in ieder geval altijd een echt Fries suikerbrood.
Er waren tijden dat er minder contact was, voornamelijk door turbulenties in mijn leven.
Zodra we elkaar weer spraken, leek het of er geen tijd was verstreken.
Nu ik erover nadenk, is zij de enige stabiele factor in mijn leven.

 

 

Mijn tante beschikt over een onverwoestbaar humeur. Ze is altijd positief.
De afgelopen jaren leeft zij met leukemie.
Dat doet ze dapper en opgewekt.
Als ik bel en vraag hoe het met haar is, is het antwoord steevast ‘goed’. Direct gevolgd door de vraag: ‘Maar hoe is het met jou, en met je moeder en met Pieternel en de honden?’
Soms zegt ze dat het redelijk gaat. Dan weet ik dat het redelijk slecht gaat.
Daar maakt ze vervolgens weinig woorden aan vuil.
Want morgen gaat het vast weer beter en: ‘Ik ben er toch nog even uit geweest. De zon scheen zo heerlijk en het is zo mooi buiten’.
Mijn tante fietst wanneer ze kan.
Ze rijdt nog auto.
Ze heeft pas sinds enkele jaren een hulp.
Die komt uit een ver land en is net als mijn tante hartelijk en aardig.

 

 

Mijn moeder en mijn tante zijn ontelbare keren samen naar Ameland geweest. Ze verbleven in hotel De Klok. Een onderkomen waar de tijd stil heeft gestaan.
Vijf jaar geleden ging ik nog eens kijken. Er was eigenlijk niets veranderd. Geruststellend vond ik dat.
Als kind logeerde ik hier ook na de dood van mijn vader. Hij stierf tijdens de herfstvakantie in de duinen van Zeeland. Mijn moeder en ik houden van de zee, maar Zeeland was geen optie meer. Dus gingen we de eerstvolgende zomervakantie naar Ameland. Vanuit Leeuwarden kwamen mijn oom en tante dan ook altijd even over.

 

 

Net als tante Neeltje is ook Ameland een belangrijke factor in mijn leven.
De onmetelijke ruimte en schoonheid van het eiland zijn zacht voor het hart en de ziel.
Mijn tranen vliegen weg met de wind en mijn hoofd wordt er schoon en stil.
Toen ik er zelf minstens twee keer per jaar naartoe ging, kwam mijn tante steevast een dag over.
Altijd met de boot van half 10. Enthousiast en vrolijk onderweg naar de zee, het strand, de duinen, gebak, pannenkoeken en ander lekkers.
Behalve vis dan, want daar houdt mijn tante niet van.

 

Ik speel iedere dag Wordfeud met mijn tante

Door de zorg voor mijn moeder kan ik niet zo maar even naar Leeuwarden, maar we hebben veel contact. Ik speel Wordfeud met mijn tante. Zij op de iPad, ik op mijn telefoon.
Zo hebben we minstens twee keer per dag contact. Rond 10.00 uur hoor ik de eerste zetten binnen komen. ’s Avonds vlak voor het naar bed gaan de laatste. We wisselen ook berichtjes uit.
Ik: “Wat een goede zet!”
Zij bescheiden als altijd: “Dat komt door de goede letters”.

Sinds enkele jaren stuur ik pakketten.
Gisteren heb ik natuurlijk een verjaardagspakket verstuurd. Bij het postkantoor weten ze al dat de overdadig versierde dozen voor mijn tante in Leeuwarden zijn.
Ze worden met een glimlach bekeken en met extra zorg weggezet. Ik verzamel in een maand tijd van alles. Zodra ik een juiste doos heb gevonden ga ik ‘m vullen.
Met vrolijke vaatdoekjes, theedoeken en naar lavendel geurende pedaalemmerzakken tot appels, tijdschriften, blauwe bessen, kruiden, chocola, jam en gezellige deurmatjes.
Soms bij te grote dozen werk ik het geheel af met rollen wc-papier. Daar moet ze erg om lachen.

 

 

Voor mijn tante belt om te bedanken, bekijkt ze alles met aandacht. Aan de telefoon hoor ik een schaterlach en blije opwinding.
“Kind, het is weer veel te gek. Maar ik ben er wel heel blij mee!”

Mijn tante viert vandaag haar 93ste verjaardag met haar zoon Tjitte en schoondochter Joan die zijn overgekomen vanuit Noorwegen.
Wij gaan volgende week naar Leeuwarden, want we hebben sinds kort een busje waardoor een bezoek met mijn moeder niet meer een enorme onderneming is.
Maar straks gaat eerst de telefoon en nemen we het verjaardagspakket door.
En wellicht ook dit verhaal, wat ik haar natuurlijk vanochtend stuur.
Maar we gaan niet sentimenteel doen.
Zo zijn Friezen niet.